Met tropische temperaturen krijg je zin om naar buiten te gaan. Genieten van dat heerlijke zonnetje en helemaal ontspannen in een zomerse sfeer. Maar… hoe zit dat met je kamerplanten? Worden zij ook blij van tropische temperaturen en veel fel zonlicht? Doe je planten een plezier en geef hen een relaxte retreat in de buitenlucht.
Waarom ga je planten buiten zetten?
Als het goed is, zijn je kamerplanten prima gewend aan de omstandigheden rond hen. Je woonkamer biedt een fijne, constante temperatuur waarin ze goed gedijen. Alleen is er af en toe een warme periode die ook de temperatuur in huis flink doet stijgen. Veel planten hebben geen problemen met hoge temperaturen, maar verlangen dan net dat ietsje meer in hun verzorging. Trakteer ze op een fijn weekendje buiten of laat je planten de hele zomer op het balkon staan. Zo ga je om met de verschillende soorten planten:
Tropische planten
Deze jungle-planten herken je aan hun weelderige uiterlijk. Het zijn meestal kamerplanten met erg fijne bladeren. Denk aan Musa, Alocasia, paradijsvogelbloem, Dieffenbachia, palm, Spatiphyllum, Philiodendron en verschillende soorten orchideeën. Zij zijn van nature gewend aan hoge temperaturen, maar ook aan een hoge vochtigheidsgraad. Gaat de temperatuur de hoogte in? Dan is het goed om af en toe te sproeien, zodat de lucht rond de plant vochtiger wordt. Helpt ook: de planten samen zetten verhoogt vanzelf de luchtvochtigheid. Je kunt ook werken met kleine schaaltjes water die je tussen de planten neerzet.
Het is ook een prima idee om deze planten op je balkon of terras te zetten, maar zorg ervoor dat ze niet in de directe zon staan. Dat kan ervoor zorgen dat de bladeren verbranden, wat voor bruine vlekken op je lievelingsplanten zorgt. Staan je kamerplanten op een fijn plekje in de schaduw? Vul een grote gieter met lauwwarm water en giet dat over de planten heen. Een tropische douche om je plant door de warmste dagen te helpen!
Trakteer je tropische plant op een zomerse regendouche op je balkon
Vetplanten
De meeste vetplanten groeien beter en sneller in de buitenlucht. Dat komt doordat het licht buiten intenser is in vergelijking met het licht binnen. Vetplanten houden bovendien van een goede luchtdoorstroming, waardoor hun wortels sneller uitdrogen en de kans op wortelrot vermindert. Geef je vetplanten een plekje buiten zodra het weer dat toelaat, maar zorg ervoor dat ze niet meteen in directe zon staan. Start in de schaduw en zet ze geleidelijk langer op een plaats met volle zon. Idealiter zorg je ervoor dat de pot niet rechtstreeks op de grond staat. Verhoog de pot met bijvoorbeeld een stukje vilt om de wortels meer lucht te geven. Doen het prima buiten: vetplanten zoals de jadeplant, Euphorbia trigona, Crassula.
Cactussen
Met hun oorsprong in warme klimaatzones, zijn je cactussen best bestand tegen wat hitte. Maar net zoals bij vetplanten geldt: laat hen geleidelijk wennen aan de extra zon. Je wilt je cactus ook neerzetten op een plek waar hij niet te veel water opvangt, zo ben je zeker dat hij tijdens een natte periode geen last krijgt van wortelrot.
Extra tips
- Kamerplanten die buiten staan, drogen sneller uit. Check dus regelmatig of de potgrond niet te droog is en geef op tijd water.
- Beestjes waar je normaal geen last van hebt, kunnen op je balkon een gevaar zijn voor je gevoelige planten. We denken dan aan slakken, bladluizen en andere plagen. Af en toe checken of je plant in orde blijft, is de boodschap.
- Af en toe (vloeibare) plantenvoeding geven doet wonderen.
Wanneer haal je planten naar binnen?
Over het algemeen kan je planten buiten zetten tussen mei en september. Een cactus of vetplant overleeft wel een frisse nacht, maar tropische planten zijn daar gevoeliger voor. Je tropische kamergenoten haal je daarom best weer naar binnen als de (nacht)temperatuur onder de 15° C daalt.