Op een steenworp van de universiteit liggen de botanische tuinen Utrecht. Ze zijn aangelegd op de overblijfselen van een fort dat deel uitmaakte van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Toch start het verhaal van de botanische tuin niet hier. De eerste hortus in Utrecht werd in 1639 al aangelegd voor studenten geneeskunde. Pas eind jaren ’80 van de vorige eeuw verhuisde de botanische tuin naar deze locatie aan de rand van de stad.
De minder charmante ligging tussen hoge universiteitsgebouwen zal je snel vergeten door de knappe tuinen die je hier kan vinden. Met een van de grootste rotstuinen (bovenop een fort), maar ook een bamboebos, bijenhotel en natuurlijk de tropische kassen. Die huizen een groot deel van de tropische plantencollectie.
Tijdens de wintermaanden is deze tuin gesloten, maar van het begin van de lente tot het einde van de herfst kan je hier inspiratie opdoen, heerlijk wandelen in het groen en intussen zeldzame kamerplanten spotten.
Subtropische kas
Een bezoek aan de kassen van de botanische tuinen Utrecht begint in de subtropen. In die ‘koude’ kas vind je veel succulenten en zuiderse kuipplanten, zoals citrusvruchten. In de zomer verhuist een groot deel van de planten hier naar buiten. Net voor de winter verhuizen ze opnieuw naar binnen.
Wandel je in de subtropische serre, loop dan in deze kas niet voorbij aan de ingang naar de vlinderkas. Een kleine en minder dicht begroeide kas bomvol exotische planten, waar je fraai ogende vlinders kan ontdekken tussen de planten in.
De tropische kas
De tropische planten vind je in de warmste kassen van de botanische tuinen Utrecht. In de constante warmte van 21 graden groeien hier groene en bloeiende kamerplanten zoals de Lepelplant en Fittonia. Tuiniers houden de luchtvochtigheid overdag op zo’n 55 procent, ’s avonds klimt die tot 95 procent. Wat moet het heerlijk zijn om hier ’s avonds rond te lopen.
Ik bezocht deze botanische tuin begin november, als het buiten al lekker koud is. Een bezoekje aan de serre is dan echt even op vakantie gaan en jezelf onderdompelen in al dat prachtig groen. Naast het aangelegde wandelpad in deze kas kan je ook makkelijk tussen de planten verdwalen via kleine paadjes. Zo kan je jouw favoriete kamerplant van dichtbij gaan spotten.
Kasjes vol orchidee en bromelia
Hou je van epifyten – planten met luchtwortels – dan ben je in de botanische tuinen Utrecht Universiteit aan het juiste adres. In aparte kassen in het serrecomplex kijk je je ogen uit.
Drie aparte kasjes huizen een erg mooie collectie aan epifyten, vooral bromelia’s en orchideeën. Overal waar je kijkt, hebben planten de ruimte ingenomen. Ze hangen in houten manden, aan de muren, aan andere planten. De Tillandsias alleen al zijn een bezoekje meer dan waard.
Botanische tuinen Utrecht: zo raak je er
De tuinen liggen op zo’n 5 kilometer van het centrum van Utrecht, in het Science Park dat goed verbonden is met het centrum van de stad. Je staat met de tram vanuit het Centraal Station op zo’n 20 minuten in de botanische tuinen. Bezoek je enkel de tuinen en kom je met de wagen, dan is er een P+R parking met tram die niet ver van de tuinen stopt.
Let op: deze botanische tuinen zijn gesloten tijdens de wintermaanden, van 1 december tot 1 maart.
Wil je nog meer botanische tuinen ontdekken? Niet zo ver van Utrecht vind je de Hortus botanicus in Leiden.